Als geen ander is Oost-Afrika en in het bijzonder Kenia; een smeltkroes van inheemse en andere culturen. De Arabische en de Indische zijn hierbij de belangrijkste. Dit laat zich smaken in de veelheid aan specerijen die gebruikt worden bij de gerechten. De Arabische invloeden zijn vooral terug te vinden in de kustgebieden: rijst met kruiden als safraan, kruidnagel, kaneel en diverse andere specerijen zijn hier een voorbeeld van. De Indiërs brachten op hun beurt o.a. gekruide groenten, linzen en chapati.
In het binnenland echter vindt men nog steeds de traditionele keuken terug waarvan “ ugali” (een bloem van witte mais) het basiselement is. Ugali kan worden gegeten met een verscheidenheid van granen en groenten samen met gegrild vlees of stoofschotels.
Deze mix van culturen staan garant voor een uniek aanbod aan gerechten en verrassende smaken.
Niet voor niks gaven we aan deze workshop de naam mee “ DE SMAAK VAN AFRIKA “, smakelijk!